• Home
  • Bijbelboek
  • Kerkelijk Jaar
  • Thema
  • Oude Testament
  • Nieuwe Testament
  • Catechismus
  • Jongeren
  • Links
  • Contact

Leespreken.nl

Lees een preek online

You are here: Home / Nieuwe Testament / Preek Johannes 11:35: Jezus weende

Preek Johannes 11:35: Jezus weende

Download PDF preek Johannes 11:35: Jezus weende
jezus weende johannes 11:35

Tekst preek Johannes 11:35: Jezus weende
Jezus weende.

Thema preek Johannes 11:35: Jezus weende
De tranen van Jezus
1. De reden
2. De troost
3. Het onderwijs

Liturgie dienst
Psalm 116:1,3
Lezen Johannes 11:14-37
Psalm 42:1,2,3
Psalm 73:12
Psalm 126:3

Categorie: Overige preken OT
– Preek Johannes 6:44: Niemand komt tot de Vader dan door Mij
– Preek Handelingen 8:9-25: Simon de Tovenaar
Lees meer:
– Kanttekeningen bij Johannes 11


LEES PREEK ONLINE:

Jezus weende
Preek Johannes 11:35

Jongens en meisjes, soms lees je dingen in de Bijbel die heel belangrijk zijn, maar waar je bijna zomaar overheen zou lezen. Tenzij je probeert om het voor je te zien. Alsof je er zelf bij staat, en niet alleen luistert naar wat er gezegd wordt, maar ook kijkt naar wat er gebeurt.
Kijk in gedachten eens met me mee. Zoals jullie vrienden hebben, zo had ook Heere Jezus toen Hij als mens op de aarde was vrienden. Vrienden, van wie Hij heel veel hield.

In het hoofdstuk dat we gelezen hebben, in Johannes 11, gaat het over een kleine familie waarmee de Heere Jezus heel erg bevriend is. Hij is nauw bevriend en houdt heel erg veel van Lazarus en zijn beide zussen, Martha en Maria.
Maar Lazarus is plotseling heel ziek geworden. Als je erbij was geweest, dan had je vast ook gedacht: ‘O, was de Heere Jezus er nu maar!’ Maar Hij was er niet. En dus stierf Lazarus.

Misschien heb je dat ook wel eens van heel dichtbij meegemaakt, dat er iemand stierf.
Je vader of moeder, je broertje of zusje, je opa of oma, of iemand anders van wie je heel veel hield.
Lazarus sterft. En dus is er bij Martha en Maria en bij de andere mensen om hen heen groot verdriet. Was de Heere Jezus er nu maar geweest. Maar nu is het te laat.

Het is al een paar dagen later, als de Heere Jezus eindelijk komt. Ja, want zo voelt het, als je groot verdriet hebt. Wachten duurt altijd lang, maar in dat soort omstandigheden nog veel langer.
Eindelijk komt de Heere Jezus. Als Maria het hoort, gaat ze snel naar buiten, de Heere Jezus tegemoet. En ze zegt precies, wat jij en ik ook gezegd zouden hebben:
‘Heere, als U hier geweest was, dan was hij niet gestorven’ (vers 32).

En dan… (goed meekijken in gedachten!), dan zie je dit:
De Heere Jezus buigt Zijn hoofd en kijkt naar de huilende Maria aan Zijn voeten.
En Hij kijkt om Zich heen naar al die huilende mensen, die ook allemaal verdriet hebben om het sterven van Lazarus. En dan, zo staat er in de Bijbel (in vers 33):
Wordt Jezus zeer bewogen in de geest, en (Hij) ontroerde Zichzelf.
Als je goed leest in de Griekse taal dan proef je eigenlijk in deze woorden twee dingen. Niet alleen verdriet, maar ook (wat we noemen) toorn. Wat Hij nu voor Zich ziet, maakt verdriet in Hem los, maar ook weerzin. Je zou het boosheid en verzet kunnen noemen. Tegen…? Tegen het verdriet van die mensen? Nee, maar wel tegen de oorzaak van deze diepe ellende.
Hij, die de Zoon van God is, ziet in Zijn menselijke natuur voor Zich, hoe de zonde het mooie van deze wereld en van dit leven heeft verwoest. Hij ontmoet hier en straks letterlijk zijn doodsvijand. En Hij voelt hier (bij alle medelijden met Martha en Maria) ook iets van de beginnende strijd, die Hij straks zal moeten strijden tegen de satan, de zonde en de dood.

De Bijbel gaat verder, met een vraag van de Heere Jezus: ‘Waar hebben jullie Lazarus neergelegd?’ Ze zeggen: ‘Heere, kom, en kijk maar. Daar!’ (vers 34)
En dan, jongens en meisjes, komt de tekst van de preek van vanmorgen. De tekst waar je niet zomaar even overheen moet lezen, maar die je met je ogen moet zien.
Kijk! Ineens begint Heere Jezus heel hard te huilen!

Die grote Heere, die de almachtige God is, maar die tegelijkertijd mens wilde worden, Hij huilt! Hij laat Zijn tranen de vrije loop. Je ziet (kijk!) de tranen over Zijn gezicht lopen.
Zoals jij ook wel eens huilt. Iedereen kan het zien: de tranen biggelen over je wangen. Zoals je ook wel eens andere mensen hebt zien huilen. En zoals je in de Bijbel ook zo vaak mensen tegenkomt die huilen. Niet alleen kleine kinderen, maar ook grote mensen. Niet alleen vrouwen, maar ook mannen.
Abraham huilt verdrietige tranen als zijn vrouw Sarah gestorven is. Als Jakob worstelt met de Engel des Heeren aan de beek Jabbok, bij Pniël, dan huilt hij en smeekt hij de Heere. En hoe vaak lezen we niet dat David, die machtige koning David, huilde? Hij zegt in Psalm 30: des avonds vernacht het geween. Dat wil zeggen: ik moet de hele nacht huilen (Psalm 30:6).
En wat denk je van de koning Hizkia? Als hij het bericht krijgt van zijn dodelijke ziekte, dan (zo zegt de Bijbel) ‘weent hij gans zeer’, dat wil zeggen: dan moet hij heel erg huilen.
En heet Jeremia niet de huilende, de wenende profeet? En denk ook eens aan de tranen van Petrus, die de Heere Jezus verloochend heeft.
En datzelfde zie je vanmorgen voor je ogen weer gebeuren. Een Man die huilt.
Jezus huilt tranen. Daarover gaat de preek van vanmorgen.
Het thema van de preek is:
De tranen van Jezus

Er zijn drie aandachtspunten. Als het gaat om de tranen van Jezus, dan letten we in de eerste plaats op de reden van Zijn tranen. In de tweede plaats letten we op de troost van Zijn tranen. En in de derde plaats letten we op het doel van of het onderwijs in Zijn tranen.
Dus drie aandachtspunten:
1. De reden
2. De troost
3. Het onderwijs
… van de tranen van Jezus. Als eerste dus:

1. De reden dat Jezus weende
Waarom huilt de Heere Jezus eigenlijk?
a. Hij huilt omdat Hij echt mens is. Een echt mens zal in zulke verdrietige omstandigheden zonder twijfel echt moeten huilen. Hij voelt wat wij voelen, als er iemand gestorven is, van wie we heel veel gehouden hebben.
De Heere Jezus was echt mens. En dat is niet alleen gebleken uit het feit, dat Hij als kind geboren is uit de maagd Maria, uit het feit dat Hij honger had in de woestijn, dat Hij dorst had bij de Jakobsbron, dat Hij moe was en op een schip in slaap viel, maar het blijkt ook hier: uit Zijn tranen.
Hij was echt mens. Hij zegt in Psalm 40: U hebt Mij het lichaam toebereid (Hebr. 10:5). De Heere Jezus had een echt menselijk lichaam, zoals wij dat hebben. Hij was echt mens, maar… zonder zonde.
Eigenlijk zouden in dat zondeloze lichaam geen tranen moeten zijn geweest. Maar Hij huilt ook niet om Zichzelf, maar Hij huilt om wat Hij voor zich ziet.
Wat ziet hij voor Zich? Wat is de tweede reden voor de tranen van Jezus?

b. Hij huilt omdat Hij ziet en voelt hoeveel de zonde stuk gemaakt heeft.
Hij ziet en herkent de verwoestende kracht van de zonde en de schrik van de dood.
Maar Hij huilt ook hartelijk om de gevolgen daarvan. Om het verdriet dat Hij kent en ziet, bij Martha en Maria en bij de andere omstanders. Hij voelt en weet hoe erg dat verdriet is. Hoeveel pijn het doet om afscheid te moeten nemen van een broer of zus, vader of moeder, man of vrouw, kind, kleinkind of ongeboren kindje.
Hij ziet en voelt (en laat merken dat Hij het voelt) hoeveel pijn het doet om geliefden af te moeten staan aan het graf, om ze daar alleen achter te moeten laten, en zonder hen verder te moeten gaan…

c. De derde reden waarom Jezus huilt, is om te laten merken dat Hij niet afstandelijk en onbetrokken is.
Het was niet per se nodig, dat Hij Zich op aarde zou voegen in onze verdrietige ervaringen. Hij had naar de aarde kunnen komen om de schuld van Zijn Kerk te betalen, zonder mee te leven en mee te voelen en mee te lijden in het lijden om onze zonden.
Maar Hij heeft er vrijwillig voor gekozen om te komen, midden in de diepe ellende van ons bestaan. Zoals Jesaja zegt: Onze smarten heeft Hij gedragen.
Jezus is niet zomaar een gewone, afstandelijke, gevoelloze en onbetrokken Hogepriester, maar de Hebreeënbrief noemt Hem een medelijdende Hogepriester (Hebreeën 5:1-2).
Bent u in lijden, bent u in verdriet? Hij weet wat dat betekent.
Bent u in tranen? Hij was het eerder dan u.
Hij kwam juist om dit lijden en dit verdriet, dat door onze zonden veroorzaakt is, te overwinnen, door de oorzaak ervan, namelijk de zonde, weg te dragen.

d. Een vierde reden voor het feit dat je vanmorgen, jongens en meisjes, in gedachten de tranen over de wangen van de Heere Jezus ziet lopen, is het feit dat Hij Zich daar niet voor schaamt.
Dat had wel gekund. Hij had kunnen denken: ‘Ik laat Mijn tranen niet zien, want de mensen zullen ze wel verkeerd begrijpen. Ze zullen het wel zien als een teken van zwakte.’
En zo hebben de mensen het ook gezien. Kijk maar in vers 37. Daar zeggen de mensen: Hij huilt nu wel, maar kennelijk kon Hij dit niet voorkomen…
De Heere Jezus had ook kunnen denken: ‘Ik ga maar niet huilen, want binnen enkele minuten zal Lazarus uit de dood worden opgewekt.’
Maar nee, Hij schaamt zich niet voor Zijn verdriet.
Jezus heeft Zich nooit geschaamd. Niet voor Zijn armoede, niet voor Zijn verdriet, niet voor verachting, spot en lijden, en ook niet voor… Zijn kinderen. Hij heeft Zich nooit geschaamd om hen broeders en zusters te noemen (Hebreeën 2:11).

e. In de vijfde plaats huilt Jezus tranen omdat Hij een liefhebbende Jezus is.
Hij heeft Lazarus, Martha en Maria hartelijk lief.
Jongens en meisjes, beste vrienden, kan dat uw hart vanmorgen niet raken?
Voor veel mensen is de godsdienst, de goede leer en de juiste bevinding, alleen maar theorie. Theorie, die nooit het hart heeft geraakt.
Maar kijk vanmorgen toch naar Degene die voor u staat. Kijk naar Zijn ogen!
Dit is geen theorie. Voor u staat een liefhebbende, nodigende en tranen huilende Jezus. Die huilt om uw zonden, als oorzaak van zoveel ellende en verdriet.
Hij was en bleef God. Hij werd mens en wilde vrijwillig komen in al ons verdriet en lijden. En daarna stierf Hij vrijwillig aan het kruis om voor diepe ellendige mensen (zoals wij) de weg tot de zaligheid te openen.
Raakt het uw hart niet, dat de Zoon van God, dit alles wilde doen, om ook voor u die weg tot de zaligheid te openen?

f. Er is nog een zesde reden dat de Heere Jezus tranen huilt. Er zijn woorden en uitdrukkingen die sommige mensen misschien wel goed begrijpen, maar die voor anderen moeilijk zijn. Maar tranen zijn universeel. De boodschap ervan is wereldwijd hetzelfde. Of je Israëliet bent, Nederlander, Ecuadoraan, Albanees, Chinees of Cambodjaan, iedereen weet wat tranen zijn.
Er is geen misverstand mogelijk, als je kijkt naar een huilende Jezus.
Zijn hart is oprecht! Waarom gelooft u Hem dan niet?

We gaan verder met ons tweede aandachtspunt:

2. De troost van dat Jezus weende
Je herkent het vast wel, jongens en meisjes. Als je alleen moet huilen, terwijl iedereen naar je zit te kijken, dan denk je op een gegeven moment bij jezelf: nu moet ik maar snel mijn tranen afdrogen. Want het voelt heel ongemakkelijk, om zo in je eentje te huilen.
Maar als je huilend bij het sterfbed zit van iemand van wie je heel veel houdt, en anderen huilen mee, dan zit er in dat samen huilen ook iets van troost.
Tranen maken verdrietig, maar tranen die je samen huilt, troosten eigenlijk ook een beetje.
Vandaar mijn vraag, bij het tweede punt van de preek: Welke troost is er in de tranen van de Heere Jezus?

Eerst moet ik zeggen, dat er ook mensen zijn, die helemaal geen troost zien in de tranen van Jezus. Er zijn mensen die zelfs bij het kijken naar de huilende Jezus, Hem wantrouwen, hun hart verharden en zeggen (zoals in vers 37): ‘Had Hij niet gewoon eerder kunnen komen? Had Hij deze ellende gewoon niet kunnen voorkomen?’
Zoals er ook vanmorgen mensen, ouderen of kinderen, kunnen zijn die kijken naar de tranen van de Heere Jezus, terwijl ze in hun hart geïrriteerd denken: ‘Ja, U huilt wel, maar waarom zorgt U er niet voor, dat ik gewoon een nieuw hart krijg?’

Waarom u geen nieuw hart hebt? Omdat uw hart nog steeds niets anders doet, dan wat Adam in het paradijs deed, namelijk God en Christus verwijten maken, zonder dat u zelf de schuld van uw ellende erkent en belijdt. En dus irriteert u zich ook aan deze wenende Jezus.
En daarmee zeg ik tegelijkertijd, dat het nodig is om persoonlijk iets van deze Jezus te kennen, om echt troost te kunnen vinden in Zijn tranen.
Wie Jezus heeft leren kennen, als onmisbaar nodig vanwege eigen schuld en verlorenheid voor God (als oorzaak van alle ellende en narigheid), wie Jezus heeft leren kennen als de Enige die met God verzoent en zonden vergeeft, alleen die ziet troost schitteren in de tranen van Jezus.

Wat is de troost van de tranen van Jezus voor degenen die Hem persoonlijk kennen?
Wat is de troost ervan voor Zijn kinderen?
a. De troost ervan is, dat u nu misschien beter kunt begrijpen, dat Jezus op een andere plaats heeft gezegd: Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden.
In de tranen van Jezus ligt geen troost voor kinderen van God, die zich groot en sterk voelen in zichzelf, maar wel voor de kleinen in de genade, voor mensen die in stilte huilen om hun zonden.
Hij kent uw verdriet. En… Hij weet wat het is om te huilen, niet alleen over de ellende van dit leven, maar vooral om de oorzaak ervan.
Voor Zichzelf hoefde Hij daarover niet te huilen. Want Hij had geen zonde. Maar Hij heeft wel gezien, en het raakte Hem diep in zijn hart, dat ziekte, pijn, verdriet en sterven het gevolg zijn van onze zonden.
Zalig bent u, die treurt over uw zonden. U die zo huilt, u bent in goed gezelschap.
Jezus huilde er ook over.
Hij zaaide met tranen. Hij heeft met gejuich gemaaid. En dat zal op Gods tijd ook u gelden: die met zulke tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.

De gang van de Heere Jezus op deze aarde werd niet gekenmerkt door lofprijzen en halleluja-roepen. Hij verhief Zijn stem niet op de straten, maar bad veel in de stilte van het verborgen en huilde daar, net als hier, tranen.
U die in het verborgen voor God, en misschien ook wel in het openbaar, om de zonde huilt, u bent begonnen op Jezus te lijken.

b. Er is ook nog een andere troost voor Gods kinderen in deze tranen van Jezus.
Huilen is naar, jongens en meisjes, maar als je alleen moet huilen (dat zei ik net al), dan is
dat nog veel naarder. Vooral als je moet huilen, zonder dat iemand het ziet, en zonder dat je het gevoel hebt, dat er iemand met je mee huilt.
Gods kinderen moeten vaak huilen. Niet altijd met zichtbare tranen, maar er zijn vaak wel dingen die hen in hun hart verdriet doen.
Dat kan het verdriet zijn om het verlies van lieve mensen. Maar het kan ook verdriet zijn om moeilijke dingen die ons aangedaan worden, omwille van ons geloof in de Heere God. Er kan in ons hart ook verdriet zijn om zonden, die we niet weg kunnen krijgen uit ons leven, of over verzoekingen door de duivel. We hebben stil verdriet in tijden waarin het geestelijk donker is, in tijden waarin we ons geestelijk verlaten voelen, in tijden dat andere mensen ons merkbaar verachten en hinderen.
Maar nu weten we uit de tranen van de Heere Jezus, dat Hij ons verdriet begrijpt. We huilen op eenzame plaatsen niet alleen, heel alleen en naar, maar we weten dat als ons hart huilt, Hij erbij is.
Sterker nog, als andere mensen ons verdriet aandoen om Jezus’ wil, dan doen ze dat niet alleen ons aan, maar dan doen ze dat ook de Heere Jezus aan. Denk maar aan de stem die Saulus op weg naar Damascus uit de hemel hoort. Wat zegt de Heere dan?
Zegt Hij dan: ‘Saul, Saul, wat vervolgt u de christenen in Damascus?’
Nee, de Heere zegt: ‘Saul, Saul, wat vervolgt u Mij!’
Dat geeft aan, dat de Heere in onze ellende en in ons verdriet bij ons is. Zoals Hij beloofd heeft: Ik zal u nooit begeven en nooit verlaten. Ik heb u in beide Mijn handpalmen gegraveerd, uw muren zijn steeds voor Mij. Ik weet waar u woont, namelijk daar waar de troon van de satan is, maar Ik ben met u, al de dagen. Altijd. Ik laat u nooit alleen.

In alles waarin wij verzocht worden, weet de Heere Christus hoe het ons vergaat.
Want, zo zegt de schrijver van de Hebreeënbrief: In hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen (2:18).
Omdat Hij onze tranen kent, kan Hij ons te hulp komen, en komt Hij ons te hulp.
Dus Hij voelt niet alleen mee met onze tranen. Dat kan al heel erg troostvol zijn. Als iemand laat merken, dat hij of zij met ons meevoelt en met ons meelijdt.
Maar de troost in deze tranen van Jezus is groter. Hij voelt niet alleen mee, maar als Hij meevoelt, komt Hij ook ons te hulp.
Als de machtige Overwinnaar, die wel in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Degene die Hem uit de dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd heeft, maar Wiens tranen na Zijn opstanding gedroogd zijn. En nu heeft Hij alle macht in de hemel en op de aarde. Hij staat aan de rechterhand van God, altijd bereid om Zijn treurende volk te hulp te komen.

c. En dat geeft aan, dat er nog een derde troost in de tranen van Jezus te vinden is. Het waren voor Hem geen blijvende tranen. We lezen drie keer in de Bijbel van de tranen van Jezus, die Hij huilde in de tijd van Zijn lijden en sterven. Maar daarna huilde Hij niet meer.
Zo is Hij Zijn kinderen voorgegaan in lijden en verdriet. Hij heeft voor hen verdiend (terwijl Hij plaatsvervangend leed en stierf voor hun zonden) dat ook hun tranen gedroogd zullen worden.
En nu maakt Hij in de hemel een plaats voor hen klaar, waarvan geldt wat Johannes later schrijft in Openbaring 21: God zal alle tranen van hun ogen afwissen. En de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn, want de eerste dingen zijn weggegaan (Openbaring 21:1).
Als we straks de hemel binnen mogen gaan, kinderen van God, dan zal deze Jezus ons liefdevol ontvangen, Hij zal onze tranen met een zachte doek afdrogen en zeggen: ‘Stil, maar, Mijn lieve kind, vanaf nu hoef je nooit meer te huilen.’

Dus, kinderen van God, u vooral: treurenden om uw zonden, maar ook u die treurt om pijn en verdriet, om minachting en spot, om geestelijke duisternis en verlating: we hebben een medelijdende Hogepriester. Wij hebben geen Hogepriester, zo zegt de apostel, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar die in alle dingen, gelijk als wij is verzocht geweest, maar zonder zonde.
Een Heere, een Middelaar, een Hogepriester, die machtiger is dan een medelijdende vriend. Want Hij doet meer en heeft meer gedaan dan medelijden hebben alleen.
Hij heeft, zo zegt ons Avondmaalsformulier, de oorzaak van onze eeuwige honger en kommer, namelijk de zonde weggenomen.
En dus is er in deze wereld nog wel veel lijden en veel verdriet, en straks zullen we ook zelf nog de doodsjordaan door moeten gaan. Maar Hij weet ervan. En Hij is erbij. Misschien jaagt de dood u wel veel angst aan. Maar geloof het, Hij heeft de prikkel ervan weggenomen. Hij heeft de angel eruit gehaald. Namelijk de angel van de zonde. En dus zal Hij u dragen en redden.
Laten we maar veel in geloof zien op deze lijdende en medelijdende Hogepriester.
Het voorkomt dat we medelijden gaan krijgen met ons zelf. Het zal ons lijden verzachten, het zal ons troost bieden in tranen en verdriet, en het zal ons uit doen zien naar die dag dat alle tranen van onze ogen zijn afgewist, en we voor eeuwig zullen zingen, wat we nu samen gaan zingen uit Psalm 73: Ik zal dan gedurig bij U zijn. In al mijn noden angst en pijn, U al mijn liefde waardig schatten, omdat U mijn rechterhand wilde vatten.
We zingen samen Psalm 73:12:

‘k Zal dan gedurig bij U zijn,
In al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad,
O God, mijn heil, mijn toeverlaat;
En mij, hiertoe door U bereid,
Opnemen in Uw heerlijkheid.

Gemeente, we gaan verder met onze derde gedachte:

3. Het doel van of het onderwijs van dat Jezus weende
Want deze tranen van Jezus, die we vanmorgen met onze eigen ogen zien, hebben ons iets te leren. Ze bevatten lessen voor ons allemaal, maar ook in het bijzonder voor Gods kinderen. Laten we samen een aantal van die lessen met elkaar overdenken.
a. De eerste les van deze tranen van Jezus is, dat Zijn tranen bedoeld zijn om ons te leren om ook tranen te huilen.
Wij huilen allemaal weleens tranen om het verdriet van dit leven. En daarbij heb ik u eerder gezegd, hoe nodig het is om ook tranen te huilen over de oorzaak van dat verdriet, over onze zonden.
Maar er is nog iets in deze tranen van Jezus. Zijn tranen zijn biddende tranen. Als de schrijver van de Hebreeënbrief het later heeft over de tranen van Jezus, dan noemt hij die in één uitdrukking samen met ‘Zijn smekingen’, dat wil zeggen met Zijn gebeden.

Zijn tranen zijn een woordeloze stem die zucht tot God, Zijn hemelse Vader.
Zijn wenen is een woordeloos roepen tot God, Zijn hemelse Vader.
Die Zijn Zoon verhoort. Want God verhoort altijd gebeden, die nat gemaakt zijn met ootmoedige tranen. We weten dat uit de Bijbel, bijvoorbeeld uit de geschiedenis van Hanna, die haar tranen biddend uitstortte voor het aangezicht van de Heere. En ik hoop en bid, dat u dat uit eigen ervaring ook kent. Want God hoort zulke gebeden.

Jongens en meisjes, het is niet per se nodig om mooi te bidden, laat staan om heel lang te bidden. De Heere Jezus zegt, dat de heidenen denken dat ze door hun lange gebeden, door hun vele woorden verhoord zullen worden. Maar de Heere hoort veel liever woordeloos zuchten, Hij ziet veel liever verlangende en uitziende tranen. Die zal Hij ze zeker beantwoorden.
En daarom wil ik je vanmorgen graag vragen: ‘Bid je zelf iedere dag, zelf alleen, in het verborgen voor God? Zoals de Heere Jezus dat ons geleerd heeft? In een ‘binnenkamer’, op een verborgen plek, waar je alleen bent met God en voor God? Waar je met tranen eerlijk je zonden tegen de Heere vertelt en vraagt om onverdiende vergeving?’
Als je zo bidt, dan denk je misschien wel dat je alleen bent. En je denkt misschien wel, dat je gebeden niet gehoord worden. Maar dat is niet zo!
Je bent niet alleen! De Heere is erbij.
Hij ziet je, Hij hoort wat je vraagt. Hij hoort je stem, je smekingen, je klagen.
De tranen van de Heere Jezus mogen je bemoedigen. Hij heeft ons voorgedaan, hoe we mogen bidden. En Hij is het Zelf die mensen, ook kinderen, zo leert bidden. Want van onszelf doen we dat niet zo. Hij is het, die ons leert om met hartetranen te zuchten om onze zonden. En zulke gebeden zal Hij zeker op Zijn tijd verhoren.
De Heere leert ons met de tekst van vanmorgen om te huilen, om biddend te huilen en huilend te bidden om onze zonden.

Dat geldt vooral ook Gods kinderen. Juist ook na ontvangen genade.
U kunt uzelf afvragen: Is dat dan nog wel zo nodig? Is het niet beter als een kind van God vrolijk en blij door het leven gaat, zoals…?
Ja, zoals wie? Deze Jezus ging in ieder geval niet zo door het leven. Dus wie Zijn voetstappen wil volgen, wie een discipel, een leerling, een volgeling van Jezus wil zijn, die zal Zijn voetstappen moeten drukken in lijden en tranen.
God heeft Zijn kinderen geen gemakkelijke weg beloofd, als vreemdelingen op reis naar de hemel. Hij heeft ons gezegd, dat we door veel verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk der hemelen.
Waarom is die weg nodig? Wat wil de Heere ons daarmee leren? Welk onderwijs krijgen we van de Heere door de weg van die tranen?
Het was onderwijs wat Heere Jezus Zelf niet nodig had. Immers Hij was zonder zonde. Maar toch is er in onze tranen ook (zij het op een hele andere manier) iets van het navolgen van Christus in Zijn lijden. Want:

b. De Heere leert ons tranen te huilen, door een weg van lijden (op welke manier dan ook) om ons te heiligen (zie Hebreeën 2:10).
Onze tranen zijn nuttig en nodig om onze geestelijke hoogmoed te breken, om ons zelfvertrouwen af te breken en ons te leren onze hoop op Christus alleen te vestigen, en om ons opnieuw en steeds weer te leren om Hem te zoeken en alles van Hem te verwachten.
Zonder tranen en verdriet zijn we geneigd om God te vergeten en onze hoop te stellen op deze voorbijgaande wereld.
Maar het lijden van deze tegenwoordige wereld en dat opnieuw geleerde woordeloze zuchten tot God, maakt ons los van de zonde en van de genieting van deze tijd. Het richt ons hart op de toekomende wereld, waar geen tranen meer zullen zijn. En het leert ons te verlangen naar het moment, waarop droefenis en zuchting zullen verdwijnen (Jes. 35:10).
Dus de tranen van Jezus zijn onderwijzende tranen. Ze hebben een heilig doel. Ze leren ons Hem navolgen in geduldig lijden, tot heiligmaking.

c. Maar de tranen van de Heere Jezus willen ons ook nog iets anders leren. Een les voor de praktijk van alledag, in onze samenleving die weinig of niets meer heeft met God en Zijn gebod.
Wij zijn sterk in redeneren en beargumenteren. Maar wij zijn zwak en falen in geween.
We zijn sterk in onze kruistochten tegen de zonde. Maar we zijn zwak in het zoeken van verloren zondaars.
We zijn tegen abortus, tegen homoseksuele relaties, tegen prostitutie en mensenhandel, tegen fraude, maar…? Waar is onze liefde voor en waar zijn onze tranen om de mensen over wie we het hebben? Hoe is ons medelijden en medeleven met hen?
Durven en willen we ons nog wel identificeren met medezondaars?
Kinderen van God, denkt u dat u straks in de hemel zult staan naast de allerbeste kerkmensen? Ik verzeker u, dat u zult staan in het midden een ontelbare menigte van mensen die grootste van de zondaars geweest zijn, allemaal gewassen en geheiligd door het bloed van Christus.
Als u dan straks tussen hen zult staan, wilt en kunt u dan nu in deze tijd ook niet naast deze verloren mensen staan? Om hen met tranen te bewegen tot het geloof in de Zaligmaker, die juist voor zulke mensen gekomen is?

Dit is de grote les van de tranen van Jezus voor ons christen-zijn in deze tegenwoordige tijd: Jezus huilde niet voor Zichzelf, maar voor anderen. En zo horen oprechte christenen te huilen om het lot van anderen.
Oprechte christenen horen te huilen om het lot van degenen, die veel pijn en verdriet lijden. Dichtbij, binnen de kring van de gemeente. Als één lid lijdt, dan horen alle leden van de gemeente mee te lijden. Wij behoren de broeders lief te hebben.
Wij behoren te huilen om de nood van mensen binnen de gemeente, maar ook om de nood van mensen daarbuiten. In de achterbuurt aan de ene kant van de stad, of in de yuppenbuurt aan de andere kant van de stad. Oprechte christenen behoren (zoals Jezus huilde), als medezondaars te huilen over al die mensen, die verstrikt zijn in een zondig leven en in de diepe ellende die daarbij hoort. Wij behoren te huilen over de nameloze ellende die er in deze wereld is, en vooral om het eeuwige lot van de miljoenen mensen in deze wereld die het Evangelie van Jezus Christus nog nooit hebben gehoord.

Lieve vrienden, kent u deze Jezus? Kent u iets van Zijn hart? Kent u iets van Zijn medelijdende tranen? Van Zijn verontwaardigde tranen in de confrontatie met de oorzaak van onze diepe ellende? Van Zijn hartelijke en liefhebbende tranen?
Dan voelt u daarin ongetwijfeld Zijn diepe bewogenheid met de mensen die toen om Hem heen stonden.
Hoe is het met uw bewogenheid, met de mensen die om u heen staan?
U zingt het zo graag, ik ook: ‘God heb ik lief, want die getrouwe Heere hoort mijn stem, mijn smekingen, mijn klagen.’
Maar als we Hem dan zo liefhebben, is het dan geen zaak dat wij er alles voor over hebben, om ook anderen in deze wereld Zijn liefde, Zijn medelijden en Zijn hart te laten zien?
Kan de nood van de miljoenen onbereikten in deze wereld uw hart niet overhalen, om Hem te volgen? Om misschien wel een moeilijke weg te gaan? Maar wilde Hij in het verleden ook niet altijd in uw moeilijke omstandigheden komen en bij u zijn?

Als u werkelijk Zijn tranen gezien hebt, om u en om anderen, huil dan toch stille tranen in uw gebeden om degenen die Zijn tranen nog nooit gezien hebben.
Als u werkelijk iets van Zijn tranen geleerd hebt, aarzel dan toch niet om heel uw hart en leven, ja alles op te geven, om Zijn tranen ook aan anderen te laten zien.
Terwijl de bemoedigende belofte met u gaat: Wie met tranen zaaien, ook in het Koninkrijk van God, zullen met gejuich maaien.

Nog één laatste vraag: Onbekeerden onder ons, zondaars, de ernst van uw zonde-nood, als oorzaak van alle ellende en verdriet, liet Jezus in tranen uitbarsten. Volg Hem na.
Als u biddende tranen gaat huilen om uw eigen nood, zal God u zeker verhoren!

Amen.
Slotzang Psalm 126:3

Die hier bedrukt met tranen zaait,
Zal juichen, als hij vruchten maait;
Die ‘t zaad draagt, dat men zaaien zal,
Gaat wenend voort, en zaait het al;
Maar hij zal, zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, ter goeder uur
Zijn schoven dragen in de schuur.

Thema: Nieuwe Testament - Tag: Johannes

Zoeken

Laatst geplaatst

  • Preek Handelingen 17: Paulus op Areopagus 6 December 2019
  • Preek Psalm 147 – Roepen van jonge raven 6 December 2019
  • Preek Jesaja 45, 22: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden 29 November 2019
  • Preek Jesaja 51 – Een zekere toekomst (oudejaarsavond) 28 November 2019

Copyright Leespreken© 2019